In het stuk is de gelijkenis van de verloren zoon uitgebeeld.

De bloesem takken verbeelden een nieuw begin.

Door Christus' offer zijn we wit gewassen, en mogen we telkens weer opnieuw beginnen en Thuis komen bij Hem.

In Lucas 13 lezen we de gelijkenis van de vijgenboom.

Als de boom geen vrucht draagt blijft de wijngaardenier geduldig.
Zo heeft God ook geduld met ons.

In de schikking zien we vijgen en een helleborus, ook wel kerstroos genoemd.

Met hun vrucht symboliseren beide de verbinding tussen Kerst en Pasen waardoor wij kracht ontvangen om vrucht te dragen.

In Lucas 9 lezen we over verheerlijking op de berg. Jezus was niet meer te zien voor Zijn leerlingen. Petrus, Jakobus en Johannes begrijpen, na wat ze gezien dat Jezus echt Gods Zoon is.

We zien: een wolk van gipskruid en 3 tulpen.
De wolk onttrekt Jezus aan het zicht van de 3 leerlingen.

We zien een zandkleurig kleed, een cactus, droog hout en stenen: de woestijn.

In de hoge kruik staan paarse bloemen tussen aren en andere droge takken: paars is de kleur van bezinning.
De aren verwijzen naar Jezus' verlangen naar brood.
De stenen: de duivel probeerde Jezus te verleiden om van de stenen brood te maken.

Verder zien we een open schaal met kruik: verlangend als naar water in de hitte van de woestijn zo bereiden wij ons, met open handen, voor op Pasen.